Ziekmakend geluid

Publiek wordt blootgesteld aan hoge ultrageluidniveaus

Onderzoekers van de universiteit melden dat het publiek ongemerkt wordt blootgesteld aan hoge niveaus van ultrageluid - afkomstig van bronnen als luidsprekers, deursensoren en PA-systemen. 

De blootstelling kan leiden tot ziektes als migraine en tinnitus (oorsuizen).

Met behulp van smartphones en tablets die waren voorzien van een app die een spectrogram produceert van het microfoonsignaal, verzamelde professor Tim Leighton van het Institute of Sound and Vibration Research van de universiteit metingen van zeer hoog frequente/ultrasone velden.
Dat deed hij in een aantal openbare gebouwen, gedurende periodes dat ze druk bezet waren.
 
Hij ontdekte dat het publiek permanent wordt bestookt met VHF/US-niveaus boven de 20 kHz op plaatsen als treinstations, musea, bibliotheken en sportstadions.
De resultaten zijn gekalibreerd met diverse onafhankelijke microfoon en audiodatasystemen.
 
"Mensen die zich hoogstwaarschijnlijk niet bewust zijn van de blootstelling, klagen voor zichzelf en voor hun kinderen, over een aantal negatieve omstandigheden", zegt Leighton.
"Uit recente gegevens zou blijken dat 1 op de 20 mensen tussen 40 en 49 jaar een gehoordrempel heeft die minstens 20 dB gevoeliger is op 20 kHz dan die van de gemiddelde 30- tot 39-jarige. Bovendien heeft 5% van de 5- tot 19-jarigen bij 20 kHz een gehoordrempel die 60 dB gevoeliger is dan de mediaan voor de 30- tot 39-jarige", aldus Leighton
 
Doordat er weinig onderzoek is gedaan op dit gebied is het niet mogelijk om het gezondheidsrisico of specifieke ongemakken ten gevolge van de blootstelling te bewijzen of ontkrachten.
"Maar," zegt hij, "het is belangrijk dat mensen de werkelijke oorzaak van hun symptomen kunnen identificeren, of ze nu afkomstig zijn van VHF/US geluid of niet."
 
De richtlijnen om het publiek te beschermen tegen blootstelling aan ultrageluid zijn volgens Leighton onvoldoende. De meeste van die richtlijnen hebben betrekking op situaties waarin de blootstelling beroepshalve plaatsvindt.
Werkers zijn zich dan bewust van de aanwezigheid van ultrageluid en ze kunnen bescherming dragen en worden gemonitord. Bovendien zijn volgens hem de richtlijnen gebaseerd op de gemiddelde respons van kleine groepen, voornamelijk mannen.
Leighton stelt voor dat er meer onderzoek wordt gedaan en dat er een revisie van de richtlijnen plaatsvindt, inclusief:

• Richtlijnen voor ‘beroepsblootstelling' moeten niet worden toegepast voor algemeen gebruik of in de woonomgeving en er moet speciaal worden gelet op langdurige blootstelling in bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen of gevangenissen.
• Er moet onderzoek worden gedaan om vast te stellen of de gangbare audiologische praktijk, apparatuur en standaarden geschikt zijn voor de VHF en ultrasone regimes. 
• Er moeten maatregelen worden onderzocht om de tekortkomingen te corrigeren.

• Ook moet met internationale standaardprocedures en kalibraties  die zijn te herleiden tot primaire standaarden, onderzoek worden gedaan aan moderne toestellen en de bronniveaus daarvan.